Verhalen van Leen

Bloopers

Wie maakt dat eens niet mee? Situaties, waarbij het schaamrood je op de kaken staat. En waarbij soms de omgeving in grote hilariteit uitbarst? Sommige van mijn bloopers hadden te maken met verschillende golflengten van begrip. En als je dan niet snel genoeg schakelt, kan dat een bron van ellende zijn.
Aldus geschiede het mij:
Mijn vrouwe Ria en ikzelf waren uitgenodigd om getuige te zijn op het huwelijk van één van onze dirigenten. Ze woonden al jaren samen (ook dat is een vorm van cultuur) en waren heel gelukkig. Maar opeens wilden ze toch gaan trouwen. En daarvoor moest alles opgetuigd gaan worden. En wij moesten getuigen zijn. Daar hadden wij ons dan stevig op voorbereid. Het gerucht ging dat de familie van de bruidegom wat plattelanderig was en de familie van de bruid meer stads. Dus graag wilden wij helpen om die kloof crosscultureel te dichten nietwaar? En dat is toch een belangrijke christelijke gedachte.
Op D-day kwamen wij op de juiste tijd aan om kennis te maken met de families. Taart in overvloed, koffie klaar, wat kon er misgaan? Wij werden netjes voorgesteld, het was duidelijk wie de families waren (zaten netjes tegenover elkaar langs de muur, taart in het midden). Op zeker moment kwamen wij bij een wat oudere dame (zo leek het), ik wilde aardig zijn en was te snel om te wachten op de introductie: “U bent zeker de grootmoeder?” IJzige stilte, vrouwe Ria trapte zeer diep haar hak in mijn teen. De bruidegom lachte gemaakt. Het bleek de moeder van de bruidegom te zijn. De rest van de dag kon ik geen goed meer doen. Het bruidspaar raakte desondanks wel gelukkig getrouwd… Tsja, dat vergeet je nooit meer.
Een andere historische vergissing:
Op het letterfestival zou een collega van mij zijn en ze had gezegd: ‘mijn moeder komt ook’. Gezien mijn vorige blooper kerf ik sindsdien op mijn hersen-harde-schijf de exacte gegevens: ‘moeder erbij, niet oma’. Dus tijdens de lunch op het Letterfestival loop ik het restaurant binnen. En wie zie ik daar aan een tafel zitten? Mijn collega. En er zat een vrouwelijk iemand naast. Dus wat zeg je gelijk? Natuurlijk: ‘de moeder’? FOUT! Heftige reacties. Bleek de oudste zus te zijn (ik vond haar toch wel wat jong voor moeder, maar tsja, vrouwe Ria en ik waren ook hele jonge ouders dus waarom niet). Ai, onder vloerkleed door. Ik studeerde af voor mol ter plekke. Het kostte mij een paar flessen wijn, maar met collega en zus is het prima weer in orde gekomen. En zien wij elkaar, dan kunnen wij er nu vreselijk om lachen.
Bloopers zijn belangrijke crossculturele leermomenten. Maar ook kunnen ze voor ontspanning dienen. Ik zal nooit vergeten, hoe een predikant op de kansel van de Lutherse kerk in Amsterdam bad: ‘O Heer, laat toch een wind’ hier stopte hij iets te lang om adem te halen ‘van Uw Geest komen’. Het laatste deel van die zin heeft de kerk nooit meer gehoord, zo vreselijk is er gelachen.
Al mijn vreselijke bloopers schrijf ik op, en kan er jaren later nog eens van genieten. Hopenlijk u ook.