Verhalen van Leen

Delfshaven

Al jaren ben ik kerklid van de Pelgrimsvaderskerk te Delfshaven, de mooiste en oudste kerk van Rotterdam. Prachtig gelegen aan het haventje vanwaar de eerste Engelse kolonisten vertrokken met de Speedwell, die Amerika gebouwd hebben. Mijn kerk is een wit ghetto in een totaal multi-culti Delfshaven. Ook al woon ik niet in die wijk, ik houd er wel van, het enige stukje oud Rotterdam is daar te vinden. Ik ben er ook actief o.a. in contacten met de Turkse vereniging voor Islam & dialoog. En probeer ik in het kader van het CDA relaties te leggen met onze medelanders. Zo waren eens aldaar CDA lijsttrekker en ondergetekende speciale gasten op een avond belegd door bevriende Ali Unal bij een ontmoeting met vertegenwoordigers van Turkse verenigingen. Het was in een vergaderruimte in dichtgesneeuwd Delfshaven, waar grote sneeuwpoppen soms midden op de weg stonden, de straatjes waren smal. En in het gebouw: Denk je in: een smalle, lange ruimte. Op de kop Ali als grote chef, geflankeerd door rechts de CDA lijsttrekker en links Leen (als een soort CDA drieeenheid), dan links en rechts Turkse vertegenwoordigers van verenigingen, dan even niets en aan de andere kant van de tafel Turkse vrouwen.
Een voorstelrondje, eerst de mannen, dan de vrouwen. Vragen werden gesteld, antwoorden werden gegeven, er groeide iets als openheid, eerlijkheid, vertrouwen en toen barstten de opmerkingen los, hoe onze Turkse stadsbewoners soms achtergesteld worden, soms vreemd behandeld worden, soms geen toegang tot subsidies kunnen krijgen. Het werd een uitermate leerzaam, open en eerlijk gesprek. Ali deed goed werk als een soort coach om te zorgen dat de gesprekspunten behandeld werden en iedereen aan bod kwam. Het meest vreemde verhaal was van een Turkse eigenaar van een soort buurt-super: hij gaat op vakantie naar hetzelfde hotel in Turkije als vele Nederlanders uit de buurt, daar is dan iedereen aardig tegen elkaar. 90% van zijn klanten zijn blanken, in de winkel is het aardig, maar een blok om de hoek doet men arrogant of op afstand, want hij is een Turk… Af en toe ging er tijdens het overleg buiten vuurwerk af, dan grinnikte de jeugdwerker en zei, ‘dat zijn Marokkaanse jochies’ met een knipoog. (het waren Turkse jochies).
En om 21.00 was het maaltijd. Bijzonder Turks eten, een soort filet american, dat je met wat augurk en ui in een vers slablad moest rollen, dat eten en erbij een soort gezoute turkse karnemelk drinken. De dames aten apart. Na afloop even naar de dames toe om hen te bedanken, ze vroegen hoe ik het eten vond: bijzonder Turks!. Hoe was de karnemelk? Apart! Ze vertelden dat het goed was voor de bloeddruk, hoe dat zo? Omhoog! Maar ik heb juist pilletjes voor mijn bloeddruk omlaag. Grote hilariteit.
Die avond is naar onze Turkse wijkgenoten, mannen en vrouwen een brug gebouwd. Het is indrukwekkend om te zien wat deze verenigingen met zo weinig middelen en dan alleen door vrijwilligers doen voor de wijk, vrouwen, jeugd.
Een paar honderd meter verder staat mijn oude Pelgrimsvaderskerk, met ook een indrukwekkend sociaal werk in De Brug, die zich ontfermt over blanke en Surinaamse zwervers, ook daar gebeurt heel veel, met weinig geld door vele vrijwilligers. Het trof mij dat hoe verschillend de religie ook was, de inzet van mensen, en de liefde voor minderbedeelden hetzelfde was. Ook al was het die avond superkoud, deze ontmoeting en overwegingen waren hartverwarmend.