Ik was lang geleden op het jaarlijkse congres van het Europese centrum voor arbeidsvraagstukken in Königswinter, Duitsland. Uiteraard hele vermoeiende lezingen en uiterst saaie debatten. Als kunstenaar vraag je je altijd toch weer af, waarom ze zoveel lezingen op elkaar stapelen, dat het tenslotte onverteerbaar zwaar op de maag ligt; waarom niet wat muziek ertussen door? Gelukkig werd dat onverteerbare afgewisseld met een prima verteerbare keuken en uitstekende wijnen uit de buurt. En aan het slot was er een bijzonder interessante excursie naar de dom van Keulen. Een omstreden beslissing om rond 1840 deze gotische kathedraal af te bouwen. Het levert een imposant bouwwerk op, maar die ‘nieuwbouw’ heeft het naar mijn smaak net niet, als je de inspirerende gotiek van Chartres en andere Franse kathedralen bekijkt. Mijn interesse ging met name uit naar de ‘Schatzkammer’. Wat voor schatten konden hier bewonderd worden? Het werd een indrukwekkende rondleiding. En dan te beseffen, dat het maar een deel was, want tijdens de Franse revolutie was de schatkamer voor een deel geplunderd door de Franse ‘bevrijders’. Als kunstenaar begrijp ik de devotie en de aandrang om dat in prachtige, onschatbare kunstvoorwerpen uit te drukken, maar ergens loopt het bij mij klem op de evangelische notities van soberheid, solidariteit en inzet voor de armen. Wat een goud en edelstenen, en moet dat nu allemaal in een kerk? Maar het klapstuk moest nog komen. Er bleken ook nogal wat relikwieën te zijn, ook mooi in goud gezet. En hier stond opeens het kopje van Franciscus van Assisi! Het kan zijn echte drinkkopje geweest zijn. Het aardewerk is duidelijk middeleeuws en Italiaans. Het was gebroken, maar in plaats te restaureren, had men het maar lang geleden in een prachtig zilveren houder gezet. Franciscus z’n kop zou van zijn lijf gerold zijn van verbazing, als hij zo zijn kopje had gezien. Ik denk dat Franciscus bovendien omgevallen was van verbazing, als hij tegenover zijn kopje een hele grote reliekschrijn van goud had gezien met er bovenop een liggende sint/bisschop van goud op bijna ware grootte. Want wat moest die bisschop nou toch daar doen? Waarom lag hij daar? En waarom in goud? Mijn kop begon toen ook te tollen. Franciscus is echt voor mij een sint, een heilig mens vanwege zijn inzet voor armen en evangelie; die gouden bisschop mag van mij als onbekende tussen de coulissen van de geschiedenis verdwijnen…. Dit is een lange inleiding om tot kerst te komen. Want de eenvoud van kind, kribbe, Maria, Jozef worden ook zo makkelijk weggedrukt door de glans en glitter van de consumptiemaatschappij. Mij raakt die verstilling, die versobering, het wonder, God die tot ons komt als Jezus, mens, Immanuel. Komt tot ons in al onze gebrokenheid, als de gebroken beker van Franciscus van Assisi.