Dankzij je vooruitgeschoven positie heb je soms het voorrecht aparte of bijzondere mensen te leren kennen, maar soms ook oersaaie. Gelukkig overheersen de interessante.
Het was 1997 en ons bestuur brak zich het hoofd hoe het komende 30-jarige bestaan gevierd zou moeten worden in 1999. Bijzondere gebeurtenissen moet je goed voorbereiden en dat kost veel tijd. Dus wat gingen we doen? Een spectaculaire show? Hadden we al gedaan met zo’n 14 topartiesten met het 25-jarige bestaan. Een musical? Hadden we al gedaan (the Passion/Adrian Snell) met het 20-jarige bestaan. Iets met een spreker? Hadden we al gedaan met het 15-jarige bestaan. Een pop-happening? Hadden we al gedaan met het 10-jarige bestaan. Besloten werd om maar eens grondig te gaan inzetten op toekomstverkenningen en inhoud, want dat paste het beste bij de Millenniumwisseling. En zo gebeurde het. Er werd een bijzondere denktank geformeerd uit Jan Peter Balkenende, Roel Kuiper en ondergetekende. Het lukte ons de komende 2 jaar om alle belangrijke christelijke denkers, wetenschappers en deskundigen te overtuigen een artikel te schrijven over hun vakgebied: hoe waren we gekomen, waar we nu waren en hoe zou het de komende jaren verder gaan. Deze 22 belangrijke bijdragen werden gebundeld in het boek “de Kunst van het Leven” welke als ‘moment supreme’ op het 30-jarige bestaan in De Doelen, Rotterdam uitkwam. Ik bewaar hele kostbare herinneringen aan deze periode van 2 jaar dat J.P., Roel en ikzelf nauw samenwerkten. Je leert elkaar goed kennen en alle waardering voor mijn collega’s. Een paar keer heb ik in die tijd gastcollege gegeven in de leergang van J.P. toen hij hoogleraar was aan de VU, dat was leuk dollen met de studenten. Een jaar later werd de Engelse versie van dit zo belangrijke boek besproken op ons international congres, het jaarlijkse Christian Artists Seminar. J.P. moest toen het boek verdedigen voor een paar honderd gedelegeerden en kunstenaars uit geheel Europa. De sprekers werden ingeleid door een Ierse acteur, die in bijna niet te verstaan Engels, iedere dag de hoofdspreker introduceerde door een humoristische dialoog aan te gaan, even dollen met een bobo. Het beste kon je er als spreker maar een humoristische act van maken, anders werd je doodzenuwachtig van die acteur. Hoe zou J.P. het eraf brengen. Toen na een 2 minuten het gelach op topsterkte was, vanwege de onmogelijke opmerkingen van de acteur, haalde J.P. opeens een stevig end hout vanachter het spreekgestoelte te voorschijn. De acteur vroeg verbouwereerd of je ermee kon jongleren? Nee, zei J.P., mijn naam is Balkenende, dat betekent in het Engels ‘logs end’, wel, dit is een logs end en als je nu niet snel gaat hollen, mep ik je van het podium. J.P. haalde uit en de acteur nam de benen, ovationeel applaus¬. J.P. had zich goed voorbereid….daarna kon J.P. een stevig maal opdienen.
Met namen goochelen komt vaak voor. En soms ongewild. Toen in september 2004 de spanning tussen vakbeweging en kabinet enorm was, was J.P. vaak op de TV; mijn kleinzoon van 4 was de persoon en naam gaan herkennen. Een keer vroegen wij hem: hoe heet die man? En de hummel zei op zijn grappige manier: dat is ‘bak ellende’. Je begrijpt het gelach. Arme J.P. ik heb het wel eens in een toespraak gebruikt, dat uit de mond van kinderen de waarheid soms komt.