Columns van Ria

Uiterlijk

November 2009
Hoe komt het dat het ons zo makkelijk afgaat om elkaar over uiterlijkheden af te maken? In de vorige Signs heb ik over Arie Boomsma van de EO geschreven, die zelfs werd geschorst in verband met ‘uiterlijkheden’.
Ik heb sinds 2006 een winkel waar ik dagelijks met kleding, dus met het uiterlijk bezig ben. Het verbaast mij wat er door vrouwen tegen elkaar over hun uiterlijk gezegd wordt. Een klant vertelde mij, dat collega’s bijna iedere dag commentaar hebben op haar kleding, haar, dat ze rimpels krijgt, etc. Ik heb haar toen aangeraden dit bij de bedrijfsleiding aan te geven als ongewenste intimidatie. Toch blijkt dat dit voorbeeld niet op zichzelf staat. Er wordt heel veel kritiek op elkaar gegeven. Zelfs moeders kunnen op het schoolplein tegen elkaar zeggen: “die laarzen van je kind zijn geen echte ugs.” Of “je dochter is altijd wat dik geweest”; dit werd gezegd waar die dochter van 10 bijstond. Het lijkt wel een ‘must’ om kritiek op elkaars uiterlijk of kleding te moeten geven.
En dat is niet alleen zo in onze cultuur. Van Marokkaanse vrouwen hoorde ik dezelfde geluiden, ook al lijkt het dat juist zij veel met kleding bezig zijn. Juist bij hun feesten wordt er door de moeders, oma’s, tantes erop gelet of ze wel een nieuwe jurk hebben, een al gedragen jurk mag absoluut niet. Eigenlijk is dat absurd, want geld voor steeds een nieuwe jurk hebben ze niet.
Hoe kunnen wij dit soort kritiek op elkaar doorbreken? Wel, gewoon ermee stoppen. Als je iets van een ander niet mooi vindt qua uiterlijk of kleding, gewoon mond houden! Er zijn belangrijker dingen in het leven om je druk over te maken. En laten we beginnen door juist de ander het gevoel te geven dat hij of zij er mag zijn.