Vanaf de jaren zeventig reisden mijn Continental groepen en ikzelf (voor de professionele kunstenaars) veel door de Oostbloklanden en leerden zo veel mensen en initiatieven kennen. Na de omwenteling gingen die reizen door en werd ik regelmatig gevraagd dan een andere organisatie te vertegenwoordigen. In dit geval was het 1992 ik moest in Tsjecho-Slowakije zijn en omdat ik er toch was, had het CDA gevraagd om het CDA te vertegenwoordigen op het landelijke partijcongres van de christen-democraten van Tsjecho-Slowakije. En aldus gebeurde. Ik moet hier nog even melden, dat ik altijd in het zwart gekleed ben, dus toen ook. Ik werd met alle egards van het station opgehaald, kreeg een goedbedoelde ontvangst in een grote hal vol volk, maakte kennis met andere gedelegeerden o.a. van het CDU. En langzaam kreeg ik in de gaten, dat men mij toch wel een bijzondere behandeling gaf? Waarom was mij niet duidelijk. Ik kreeg spreektijd en met enthousiasme en overtuiging legde ik de waarden van de christendemocratie uit en het belang van Europese samenwerking, veilige onderwerpen. Een ovationeel applaus volgde, maar waarom zoveel meer applaus dan voor de CSU afgevaardigde? Ik kwam er maar niet achter. In de pauze (het buffet was meer dan uitstekend), werd ik door vele mensen bijna bestormd, vele vragen werden gesteld en al mijn antwoorden werden heftig opgeschreven. Maar waarom? Ik was toch niet de premier? Toen aan het eind van de pauze stelde een aardige dame mij de vraag wat ik vond van het celibaat? Ik was wat te snel op zijn Rotterdams en zei: ‘afschaffen’. De dame trok wit weg; oei, faux-de-pas. Ik greep direct in door te stellen dat de eerste 9 eeuwen celibaat facultatief geweest was. De dame kwam weer bij en vroeg toen, hoe dat dan voor mij was? Toen was mijn verwarring compleet. Opeens snapte ik het, zij, maar ook de zaal had mij die hele tijd voor een priester aangezien. Ik zei, dat ik heel wat theologie had gestudeerd, maar nooit tot priester gewijd en dat ik al heel lang met dezelfde dame getrouwd was en als christen-democraat volledig ging voor de family-values, waar de kerk ook volledig voor stond en dat deze waarden heel hard nodig waren in Tsjecho-Slowakije na de omwenteling. Haar verwarring ging over in waardering. Ze wilde zelfs mijn handtekening!
Voor de rest heb ik het maar zo gelaten, en als ondergedoken protestant in de kleding van een enthousiaste en geëngageerde priester werd mij met egards uitgeleide gedaan. Ook dit is evangelisch leven moet je maar denken.