Afgelopen weekend was ik op een congres in Portugal. Het belangwekkende thema was de migratie van vele mensen vanuit Noord-Afrika naar Europa. En als vakbeweging heb je met die illegalen, werkgelegenheid en culturen te maken. Hoe christelijk-sociaal kun je zijn? Of moet je de grenzen zomaar openzetten, want anders verdrinkt er weer een bootlading? Of niemand toelaten, want dat schaadt de werkgelegendheid van Europeanen? Duivelse dilemma’s soms. Het grootste deel van de congresgangers kwamen uit de zuidelijke Europese landen en een enkele noorderling, waaronder ondergetekende. Wat dan weer blijkt hoe culturele gewoonten de feitelijke argumentatie gaan overheersen. Nationale trots, je positie, je gevoeligheden (o.a. ‘respect’) blijken dan soms belangrijker als gekwalificeerde argumenten en harde cijfers.
Het deed mij terugdenken aan een andere situatie, welke ik 30 jaar geleden meemaakte in Spanje. Ik was uitgenodigd om als spreker op een seminar voor jonge christen-kunstenaars, musici, dansers als deskundige belangwekkende zaken uiteen te zetten. Ik werd opgehaald door een vertegenwoordiger van een regionale organisatie. We zullen hem maar even ‘Luis’ noemen. En Luis wist alles, zo had hij mij verzekerd. Na de vlucht op Barcelona, eerst een stuk met de trein, toen een stuk met taxi, die ons ergens aan het begin van de heuvels afzette. Luis wist het christelijke vormingscentrum te vinden. Nee, advies van de taxichauffeur was verder niet nodig. Dus met mijn zware koffer een bospad op. Het werd hobbeliger, donkerder en het begon te regenen. Na een uur zeulen door de bagger dacht Luis, dat we eindelijk in de buurt waren. Maar nergens iets te vinden. En het werd bijzonder koud, geen hartverwarmend gebed hielp meer. Uiteindelijk heeft hij het moeten vragen aan een duistere passant. Na 10 minuten doemde eindelijk een lampje op. Ik zal nooit vergeten, hoe blij ik was om mijn zware koffer in mijn kamer te kunnen zetten. Ik kwam bij onder een hete douche en er bleek een haardvuur in de centrale hal mogelijk. Het simpele eten smaakte daarna prima met veel landwijn. De volgende dag bleek, dat de tocht door het duistere bos onnodig was geweest, dat vormingscentrum had heel eenvoudig met de taxi via de andere kant(van de heuvel met donker bos) bereikt kunnen worden. Onze Luis had het alleen maar even hoeven te vragen. Maar zijn trots en landaard had hem stevig in de weg gezeten.
Op dit congres in Portugal gebeurde hetzelfde: trots, landaard verhinderde, dat argumenten helder gewogen konden worden. Tenslotte heb ik ze de cijfers van Rotterdam genoemd, waar 50% immigrant is….en hoe we daar met een aantal problemen hebben leren omgaan. Maar de zaken lagen heel gevoelig, waar bleef mijn christelijk sociale instelling…??? Hoe kon ik als noorderling hun zuiderlingen iets leren? Er werd net nog niet met meubilair gegooid.
Gelukkig was het congreshotel bijzonder plezierig, goed eten, goede wijn, buiten was het 18 graden, terwijl Nederland bijna weggeblazen werd; ik had ook een paar mooie palmbomen voor de deur en een fantastisch blauwe zee….. Het christelijk-sociale leven kan soms bijzonder ‘gevoelig’ zijn. Het heeft me wel even vertroost.