Verhalen van Leen

Net niet…

Je bent wel eens ergens en het blijkt dat het allemaal net niet is.
Zo waren wij enige tijd geleden in een hotel.
Vanuit de oprijlaan leek het heel wat.
Het terras zorgde ervoor dat alle tafels hobbelden, het was het net niet, zodat de lust tot eten je verging.
De nieuwe uitbouw leek heel wat, maar het was duidelijk te zien, dat een afvoer van het dak precies boven een onafgewerkt stroompunt uitkwam. De eerstvolgende grote bui zou voor interessant vuurwerk kunnen zorgen.
In de gang naar de slaapkamers waren op gezette afstand tochtdeuren, het was zeer verwarrend dat ze steeds anders opengingen. Het was allemaal net niet
De muren waren pas geverfd, heel netjes, maar alle deuren van de kamers waren nog steeds van hetzelfde foute bruine eiken fineer, dat ik zo herkende van de hotels in communistisch Europa in de jaren 70 en 80 van vorige eeuw; de combinatie maakte het dus net niet.
De kamers waren netjes, maar in een poging het wat klassiekerig op te leuken, waren er de meest vreemde samenraapsels van z.g. jaren 80 stoelen neergezet. Wij noemden dat lang geleden al het ‘foute eiken’. En zo waren de kamers het net niet.
Badkamer netjes, maar de glazen pasten niet in de houders, het was net niet.
De douche gaf koud water, de manager gaf als antwoord, dat de boiler kapot was en komende week vervangen zou worden. Maar geen briefje of excuus, het was het dus net niet.
De TV bleek één kanaal werkend te hebben, de rest werkte niet, de manager gaf als antwoord, dat ze aan het digitaliseren waren en dat wellicht volgende week de boel zou werken, het was het dus net niet.
Achter in het hotel was een zwembad, maar de chloorlucht golfde de gangen van het hotel door, adembenemend. Het was het net niet.
Men was op de terrasjes voor de kamers bezig geweest om buitenverlichting aan te brengen, onze buitenlamp bestond uit een bolletje (al aan de muur, maar scheef) en het glazen omhulsel bleek duidelijk al weken op de grond te liggen, ook hier geen echte aandacht, het was het net niet.
Maar eens een omelet geprobeerd, het was een eerlijke poging, maar het was het net niet.
Het dienstertje was bijzonder aardig, maar de manager was het net niet
Dit maak je ook wel eens op andere terreinen van het leven mee.
Een mooie kerkdienst, maar de preek is het net niet.
Kunstwerken, goed geprobeerd, maar het is het net niet.
Plaatselijke politici, die hun best doen, maar het is het net niet.
Landelijke politici, die argumenten misbruiken of angst monopoliseren, het is het allemaal net niet.
Stel ik mij hiermee arrogant op? Nee, want wat ik voel, zijn de inconsistenties. Dat het bij alle goede bedoelingen wat knarst tussen de tanden. Dat het net niet authentiek genoeg is, net niet volledig waar of echt. Iemand heeft ooit eens gezegd, dat de vijand van kwaliteit/echtheid de goede bedoelingen zijn. Er zit veel waars in die redenatie.
En hiermee is de gedachtesprong naar het publieke en kerkelijke leven gemaakt. Wat vreselijk frustreert zijn mensen die zaken toezeggen en het niet doen. Het is het allemaal net niet en daarmee verlagen we het vertrouwen en de betrouwbaarheid van onze instituties, want het is het allemaal net niet. En als we ons dan nog afvragen, hoe het komt, dat zoveel gelovigen niet kerks willen zijn, tsja, het is het toch allemaal net niet? Of hoe het nu komt dat zoveel jongeren geen lid van een politieke partij of een vakbond willen zijn….het is hem toch vaak “net niet”? Of wel?