Verhalen van Leen

Riga

Half mei 2005. Ik was in Riga op uitnodiging van de Christelijke Academie om op hun 12 jarige bestaan een speciale redevoering te houden over de EU, waarden, positie van het hoger onderwijs, de nieuwe uitdagingen. Heel interessant gebeuren, dat in het Historisch museum van Letland plaatsvond. In de aanloop tot deze happening had ik een paar uur vrij en de gelegenheid om het ‘bezettingsmuseum’ te bezoeken. Dat blijkt een foeilelijk ‘modernistisch’ gebouw te zijn, gebouwd in de 60-ger jaren door de communisten. Dit soort gebouwen kan men overal in Oost-Europa tegenkomen. De indeling is net zo lelijk. Maar de inhoud (de tentoonstelling) is ronduit vreselijk. Je denkt eerst dat het gaat over de Duitse bezetting. Maar al snel lees je, dat de bezetting is begonnen kort na het Von Ribbentrop-Stalin-pakt. Op basis hiervan bezetten de Russen de Baltische Staten en de eerste terreur begint: tienduizenden politici, intellectuelen, officieren worden naar Gulags in het oosten gestuurd om nooit meer terug te komen….Dan komen de Duitsers, die de Russen op de vlucht jagen, maar de bevrijders beginnen gelijk met hun terreur en tienduizenden Joden en andere mogelijke ‘gevaarlijke’ personen worden naar concentratiekampen in het westen gestuurd om nooit meer terug te komen… Dan komen de Russen weer terug aan het einde van de oorlog en bezetten opnieuw de Baltische Staten en voor het minste of geringste werd je met je hele familie naar gulags in het oosten gestuurd om nooit meer terug te komen… 550.000 personen (dat is een derde van de hele Letse bevolking) vindt zo de dood in de periode 1939-1989…Wat nog dieper raakt zijn de beschrijvingen van het onmenselijke lijden, de martelingen, vernederingen. Hoe is het mogelijk dat mensen dit elkaar aandoen???
Na een paar uur loop je op straat, bijna versuft. En je walgt van jezelf, dat je mens bent! Hebben niet andere mensen je medemensen dit onbeschrijfelijke leed niet aangedaan? Hoe kan dit nu? Waar is hoop, uitzicht?

En plotseling is daar een klein baken van licht temidden van deze diepste duisternis. Ik herinner me, dat er een vitrine was, waarin men liet zien, dat ‘gevangenen’ van alles, wat ze maar in die gulags konden vinden soms ‘kunstvoorwerpen’ maakten…een schaakspel…een kleine piano… een versierd stukje stof….Temidden van deze vreselijke ellende hadden deze mensen hun menselijkheid vastgehouden en toonden dat door creatief te zijn.

In mijn redevoering heb ik deze ervaring verteld.
Creativiteit is het sterkste, dat we van God ontvangen hebben. En dat is een baken van hoop, een baken van menselijkheid, ook voor deze academie, welke ik toe mocht spreken.