November 2016
Er is een programma van de Evangelische Omroep en het heet Adieu God met Tijs van de Brink. Hij interviewt bekende Nederlanders, die vroeger geloofden en nu niet meer.
Een paar weken geleden was Margriet van der Linden in dat programma. Zij was hoofdredacteur van Opzij. En ze heeft een boek geschreven met de titel “De liefde niet”.
Ik heb dat boek, en dus ook gelezen. Dus ik was benieuwd naar haar.
In haar boek vertelt zij over haar christelijke degelijke opvoeding. En over haar studietijd bij de Evangelische school voor journalistiek.
Zij kwam in die tijd uit de kast. Heel voorzichtig en integer.
Dit was in haar familie niet bespreekbaar, maar ook was niet bespreekbaar, dat zij anders ging denken over geloof, Jezus, God.
Dus geen contact meer met ouders.
Ze zei daar toen iets over, wat mij zo aan het denken heeft gezet. Zij zei, mijn ouders accepteren mij niet zoals ik ben.
En ze bidden voor mij dat ik mag veranderen en weer zal gaan geloven.
Ineens viel bij mij het kwartje.
Ik begreep haar, zij wilde gewoon geliefd zijn door haar ouders, wie zij ook is, of hoe zij haar leven invult.
Zij is hun dochter.
Zij voelt zich buitengesloten. Is uit de familie verstoten. Zij hoort er niet meer bij, want zij gelooft niet meer.
En dan ook nog lesbisch.
Ik begreep ineens wat het moet zijn als je vader en moeder, broer of zus gelooft en jij niet.
Je hoort er niet echt bij.
Dat is toch hemel schreiend.
Mijn mening: Ieder mens hoort erbij, ieder mens is geliefd.