Zojuist (2007) is ons jaarcongres van christian artists weer afgelopen. Eind juli/begin augustus waren we met een 250 professionele kunstenaars en aanstormend jong talent bijeen. Dit doen wij altijd op Europees niveau, zodat je een maximale uitwisseling krijgt, maar ook hele bijzondere workshops om te leren. Daar doorheen wordt een thema gevlochten en dat was dit jaar de problematiek rond werk voor jonge artiesten, musici, dansers, beeldend kunstenaars, schrijvers, enz. Inleidingen komen van ministers, vakdocenten en onderzoekers van universiteiten en dat levert weer hele ander spanningsvelden en discussiepunten op: de macro-regelingen botsen hier met de micro persoonlijke levenssfeer. En dan heb je op het persoonlijke conferentieniveau de verschillen qua verschillende kunsten (begrijpt een beeldend kunstenaar een pop-musicus eigenlijk wel?); er zijn verschillen qua kerkelijke achtergrond: contemplatieve katholieken en snelle, enthousiaste evangelischen; actiebereide vakbonden en afwachtende politiek; mannen en vrouwen; ouderen (de gevestigde kunstenaars) en heel veel jeugd (en die ook een plekje in de publieke ruimte willen). En voeg daar nog even aan toe: ratelende watervallen uit zuidelijke landen versus zeer langzaam denkende en sprekende Finnen, liberale Engelsen versus conservatieve Polen… Een zeer licht ontvlambaar mengsel. En daar gaat altijd ieder jaar de vlam in. Al 27 jaar gebeurt er iets merkwaardigs op de derde dag, dan ontstaat er een andere atmosfeer, waarin alle verschillen leiden tot verdieping, tot versnelling, tot meer begrip, tot samenwerking en samenhang, interessante creatieve cross-over acties ontstaan; er is dan kostbare uitwisseling, en nieuw begrip. En dat is waarschijnlijk steeds weer een wonder: de kans, dat de boel uit elkaar knalt is zo groot en dat gebeurt juist niet. Dit jaarlijkse congres wordt steeds opnieuw een krachtig transformatieproces. Gezamenlijk leren wij de kunst verstaan om verschillend te zijn, te denken en toch op een diepere laag een bijzondere eenheid te vinden. Zodat op de dag van vertrek de zo zeer verschillende deelnemers met tranen in de ogen afscheid nemen. Natuurlijk lukt het niet 100% met echt alle deelnemers, daarom gooien wij ieder jaar op de laatste avond om exact 24.00 uur ons laatste wapen in de strijd: een barbeque-dansant: door samen een vork te prikken en samen heerlijk uit je bol te gaan ruimt altijd de laatste reserves op: eenheid in verscheidenheid is mogelijk en kan uitbundig beleefd worden. Ook dit is Europa: juist geen eenheidsworst, maar inzetten op de verschillen en die verschillen met respect behandelen. Dit jaarlijkse congres is een diep geestelijke ervaring, waar wij concreet de Geest van God aan het werk zien.